
De illusie van "altijd jezelf zijn"
Share
In de moderne cultuur klinkt steeds opnieuw hetzelfde advies: wees jezelf. Het suggereert dat er diep vanbinnen een onveranderlijke kern ligt, die we alleen maar hoeven bloot te leggen. Ook de authenticiteit is hetzelfde als een standbeeld: stil, groot en onverzettelijk.
De Franse filosoof Michel Foucault (1982) is echter al op die identiteit niet iets wat je bezit, maar iets wat ontstaat in de relatie tot de wereld en de structuren om je heen. Ook de Amerikaanse socioloog Erving Goffman beschreef in The Presentation of Self in Everyday Life (1959) hoe we voortdurend rollen, afhankelijk van de context. Er is niet één masker dat de “echte” kern verbergt. Wij zijn de veelheid aan maskers.
Rollen en facetten
De jij die 's ochtends wakker wordt, is niet hetzelfde als de jij die 's avonds moe in bed zakt. Je bent anders als moeder dan als collega, stel je voor!. Je bent anders als je lacht met een vriendin dan wanneer je praat met je ouders.
Toch blijven we zoeken naar dat een “echte zelf” dat alles samenvatten moet. Maar wat als dat niet bestaat? Wat als juist de veelheid onze echtheid vormt?
De Britse filosoof Derek Parfit stelde in Reasons and Persons (1984) dat er geen vaste, blijvende “ik” is, maar een continuüm van bewustzijn. Dat kun je zien als een ketting van momenten die samen je levenvormen. Identiteit, zo betoogde hij, is eerder een verhaal dat we achteraf samenstellen dan een kern die altijd aanwezig is.
Het ritme van lichaam en natuur
Ons lichaam stevig dit al eeuwen. Biologisch onderzoek toont aan dat hormonen, emoties en energie voortdurend in beweging zijn. In de cyclus van een vrouw bijvoorbeeld, afwisselend hormonen als oestrogeen en progesteron elkaar om ze te beïnvloeden, creativiteit en energie. In de lente van je cyclus sprenkel je, in de herfst keer je naar binnen. Geen van die fasen is meer waar dan de ander: ze horen allemaal bij jou.
In de natuur gebeurt hetzelfde. Lente die openbarst, zomer die uitdijt, herfst die loslaat, winter die stilvalt. Ook ons leven beweegt zo. De Duitse filosoof Heraclitus zei het al in de vijfde eeuw voor Christus: “Alles stroomt” (panta rhei). Wie je bent in je twintiger jaren is niet wie je bent op je vijftigste. Je bent altijd onderweg, altijd aan het veranderen.
Authenticiteit als rivier
Authenticiteit is dus geen kern die altijd hetzelfde blijft, maar eerder een rivier.
Soms helder, soms troebel, soms kabbelend, soms kolkend.
Altijd in beweging.
De psycholoog Carl Rogers, grondlegger van de humanistische psychologie, zag authenticiteit als het vermogen om in contact te staan met je eigen ervaringen op het moment (Rogers, 1961). Niet trouw blijven aan een vaste kern, maar aan de beleving van nu.
Het gevaar schuilt erin wanneer “jezelf zijn” een eis wordt. Dan verandert het in een kooi: een bewijs dat je altijd hetzelfde moet blijven. Maar wie bepaalt dat eigenlijk?
Echt zijn betekent ook niet dat je alles ongefilterd naar buiten bijdraagt of dat je diepste binnenkant de enige waarheid is. Echt zijn gaat over voelen wat nú klopt, binnen de situatie waarin je je bevindt.
De vrijheid van bewegen
Misschien is vrijheid niet het afwerpen van alle rollen, maar het ademen tussen de rollen door. Daar, in dat tussenstuk, kun je verdwijnen en opnieuw verschijnen. Niet vastgeklonken, maar licht en beweeglijk.
En misschien is dat wel de uitnodiging: onszelf niet langer zien als een zoektocht naar één vaste kern, maar als een dans van beweging.
Niet: “dit is wie ik ben, voor altijd.”
Maar: “dit ben ik nu.”
En misschien is dat wel de meest waarachtige manier van jezelf.